Voorbeelden voor lezingen: Uitspraak

Nederlanders en Duitsers hoeven zich op de keper beschouwd alleen nog maar te richten op de verwerving van woordenschat. Wat rest is het schijnprobleem van de uitspraak. Nederlanders en Duitsers spreken schaamteloos Euro-Engels met een Nederlandse of Duitse kleuring. Dus laten we ons niet aanstellen over Rudi-Carrell-Duits of Prins-Bernhard-Nederlands. Iedereen verstaat het. Een goede uitspraak is de verdienste van een goede leraar, het eigen taalgevoel of het sterke verlangen om niet op te vallen in de omgeving.

Het Nederlands wordt net als het Engels en het Frans en in tegenstelling tot het Duits gekenmerkt door assimilatie. Hierbij vindt wijziging van klanken plaats onder invloed van andere klanken:

keppetem gezegd / kwaukemat /gegeement / dakankniezien / kweenie / tuukwel

Onder de invloed van het Hollands is weglating een standaard-procédé geworden in de gesproken standaardtaal. Nederlanders spreken hun taal binnensmonds en in een monotone dreun uit. Ze laten de klanken via de onderkaak, achteloos mummelend uit de keel vandaan naar buiten rollen. Het is een allegro-legato uitspraak met een toonhoogteverschil van een halve octaaf en de muzikaliteit van een kalkoen.

Het Duits kent Silbentrennung. Alle lettergrepen worden gescheiden uitgesproken en ook de sluit- en meervouds-n is goed te horen. Het Duits heeft een staccatoachtige uitspraak met een toonhoogteverschil van een hele octaaf. Elke lettergreep moet als het ware opnieuw worden aangezet. Er is meer energie en spierspanning voor nodig om te articuleren. Hierdoor praten Duitsers ook inderdaad iets luider zoals is aangetoond door de Franse germanist Pierre Brachin. Hij wijst op metingen waaruit blijkt dat het geluidsvolume in keurige cafés en restaurants in Duitsland zo'n 30% hoger is dan in vergelijkbare etablissementen in Nederland, Frankrijk of Engeland. De Duitse uitspraak is veel dynamischer en preciezer, voor in de mond, achter de tanden en boven de onderlip en de tong is heel actief. Het heldere, het stemhebbende, het aspirerende van de Duitse taal (Gepäckspannband = snelbinder) staat tegenover het doffe, het stemloze, het minder vochtige en nauwelijks ploffende van het Nederlands.

Nederlanders moeten zich er werkelijk toe dwingen goed Duits te spreken. De Duitse uitspraak met haar heldere articulatie, voor in de mond en vlak achter de tanden, heeft in Nederlandse oren namelijk iets feminiens, geaffecteerds en nichterigs. Die uitspraak heeft iets toneelmatigs. Duitsers moeten op hun beurt vooral hun best doen op de dikkere l en de doffe klinkers, zoals in:

[Nederland, en niet: Nederlaand - lamp, en niet:laamp]

en op het produceren van goede diftongen zoals de 'ui', de angstgegner van de Duitsers, die tot volle ontplooiing komt in prachtigee woorden als 'schuifpui' en 'kruisbessenstruik'.
Maar als de knop eenmaal om is, kunnen vooral Duitsers zo goed Nederlands leren dat ze in Nederland niet meer als Duitsers worden geoutet. Er wonen in Nederland zo'n 400.000 Duitsers, als we als definitie voor Duitser nemen: mensen met tenminste één Duitse ouder. Dat grote aantal heeft niet alleen te maken met de intensieve handelsbetrekkingen, maar vooral ook met het feit dat de Nederlands-Duitse grens de meest erotische is in Europa. Nergens wordt tussen de bewoners van twee buurlanden meer geflirt, gevreeën en gehuwd of samengewoond, zowel door heterosexuelen als homosexuelen, dan door Nederlanders en Duitsers.

De voormalige minister van Buitenlandse Zaken en latere secretaris-generaal van de NAVO, Luns, blonk niet uit in vreemde talen. Zijn uitspraak van het Engels, Frans en Duits bleef een onverstaanbaar gutturaal soort Nederlands. Luns vertelde zijn buitenlandse collega's altijd dat ze bij Nederlands maar moesten denken aan het schrapend gekwaak van kikkers. Dat Nederlands een keelziekte zou zijn is ook een van de meest gebruikelijke associaties van buitenlanders die zich tot hun schrik tot het spreken van Nederlands veroordeeld zien. Maar hier geldt de prachtige, typisch Nederlandse, calvinistische dichtregel van de dichter J.C. Bloem:

En dan, 't had zoveel erger kunnen zijn,

want wat te denken van Fins, Hongaars, Swahili of een willekeurige Slavische taal.

In de 16e, 17e en het begin van de 18e eeuw waren de opvattingen over het Duits ook niet echt positief. Karel V schijnt gezegd te hebben:

Ik spreek Spaans met God, Italiaans met vrouwen, Frans met mannen en Duits tegen mijn paard.

In de 17e eeuw dreigde het Duits te worden overvleugeld door het Frans. De adel sprak Frans, de intellectuelen spraken en schreven Frans, zoals de 17e-eeuwse Duitse filosoof Leibnitz In de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) werden de Duitse landen overstroomd door vluchtelingen uit de hugenoten-oorlogen in Frankrijk en er was de massale aanwezigheid van Franssprekende troepen. Frederik de Grote (1712-1786) noemde de Duitse taal nog log en houterig, 'une langue à demi-barbare'. En zijn vriend Voltaire schreef vanuit paleis Sans-Souci in Potsdamm dat hij zich in Frankrijk waande, omdat iedereen Frans sprak en ze alleen Duits spraken met het lagere personeel en hun paarden.
Pas aan het eind van de 18e eeuw komt daar verandering in. Het Hoog-Duits ontwikkelt zich tot literaire schrijftaal en de ontwikkelde Duitse burgerij die Nederland bezoekt is geschokt door het feit dat hier een taal wordt gesproken die hen aan de Nedersaksische dialecten doet denken. Vandaar ook de uiterst negatieve opvattingen van die Duitse intellectuelen over het Nederlands: Georg Friedrich Lichtenberg (1742-1799):

Der Esel kommt mir vor, wie ein Pferd ins Holländische übersetzt

Ludolf Wienbarg (1802-1872):

Ihre Sprache ist versumpft und in Gurgellauten augeartet

Hermann graaf Keyserling (1880-1946):

Die holländische Sprache ist irgendeinmal in Herrengesellschaft gegen drei Uhr nachts erfunden worden

En Heinrich Heine constateerde met verbazing dat Nederlanders het Nederlands als het oorspronkelijke Duits beschouwden en hij kwam met de volgende schimpscheut:

Die Affen schauen auf die Menschen herab, wie auf eine Entartung Ihrer Rasse, sowie die Holländer das Deutsche für verdorbenes Hollandisch erklären

Die verbaasde constatering van Heine is voor Nederlanders niet eens zo verwerpelijk, want tenslotte hebben wij bij het schelden de genitale fase al bereikt, terwijl de Duitsers op dat gebied in de anale fase zijn blijven steken. Het Nederlands moet dus wel de oudere en meer ontwikkelde taal zijn: quod erat demonstrandum!
Duitsers associëren Nederlands nog steeds met de Plattdeutsche dialecten uit het Noorden van Duitsland en het kost hun moeite om Nederlands echt serieus te nemen. Ze vinden het over het algemeen een ulkig of süss taaltje. Nederlanders nemen overigens diezelfde houding aan tegenover het Afrikaans. Ernest Zahn heeft erop gewezen dat het voor Duitsers werkelijk lastig is om een taal serieus te nemen die in ambtelijke en wetenschappelijke taal en ook in regeringsverklaringen dialectwoorden en koddige beeldspraak gebruikt.